Orthodoxe begrafenissen en begraafplaatsen
Er zijn Orthodoxe begraafplaatsen (of afdelingen) op de volgende begraafplaatsen:
- Sint-Hubert (contact: klooster heilige Elias)
- Amsterdam (contact: parochie heilige Nikolaas)
- Arnhem (site: Moscowa)
- Groningen (contact: parochie heilige Transfiguratie)
Sterven en begraven in de Orthodoxe traditie
Binnen de Orthodoxe Kerk bestaat een veelvoud aan tradities rond sterven en begraven. Ook kunnen verschillen bestaan tussen gebruiken in de moederlanden en de diaspora. Soms heeft de diaspora gebruiken behouden die in de moederlanden verdwenen zijn (bijvoorbeeld tijdens de Communistische dictatuur); op andere gebieden heeft de diaspora zich aangepast aan hier geldende gebruiken. Onderstaande informatie is ter oriëntatie voor uitvaartbedrijven en niet-Orthodoxe betrokkenen. Het geeft een vrij volledig overzicht; afhankelijk van de mogelijkheden en wensen van nabestaanden kan hier op verschillende manieren invulling aan worden gegeven.
Handelingen rond het overlijden
Bij het naderen van het moment van overlijden wordt een gebed gelezen, de "Gebedskanon bij het scheiden van zien en lichaam”. Dit kan door gezinsleden en andere leken worden gedaan; ook kan een priester worden geroepen. Bij het gebed word de gebedslamp bij de ikonen ontstoken. Voor kinderen tot 7 jaar wordt de kanon niet gelezen, aangezien de boete-elementen erin op hun niet van toepassing zijn. Voor gevallen, waar het sterven lang duurt, bestaat tevens een "Gebedskanon bij het scheiden van ziel en lichaam, voor een langdurig lijdende". Deze wordt gewoonlijk door een priester gelezen. De Orthodoxe Kerk kent geen "laatste sacramenten"; ziekenzalving en ziekencommunie kunnen op enig moment worden toegediend.
Afleggen
Meteen na het overlijden wordt het lichaam met warm water gewassen, onder het bidden van het Trisagion: "Heilige God, heilige Sterke, heilige Onsterfelijke, ontferm U over ons". Een kaars of gebedslamp wordt ontstoken en blijft branden zolang het lichaam in huis is. Na het afleggen wordt de overleden gekleed in schone, liefst nieuwe kleren. Volgens gebruik worden vrouwen alleen door vrouwen afgelegd. Het lichaam van de overleden wordt op tafel gelegd en met een witte lijkwade bedekt (soms met afbeeldingen van het Kruis, heiligen en gebeden). De ogen en mond worden gesloten, de armen kruisgewijs over elkaar gevouwen (rechts over links). In de linkerhand wordt soms een kruisje gelegd. Op de borst wordt soms een ikoontje gelegd – Christus voor mannen, de Moeder Gods voor vrouwen. Voordat het lichaam in de kist wordt gelegd, wordt het besprenkeld met gewijd water, evenals de kist (binnen en buiten). De kist wordt meestal voor de huisikonen geplaatst, met het hoofd naar de ikonen. Aan het hoofd- en voeteneinde en de twee zijkanten worden kaarsen geplaatst.
Gebedswake en gebeden bij de overledene
Als het lichaam gewassen en gekleed is, wordt de "Gebedskanon na het scheiden van ziel en lichaam" gelezen. Dit hoort een priester te doen; als dit niet kan, mag een leek het ook doen. Ook als iemand niet thuis is overleden, dient na het sterfmoment deze gebedskanon te worden gelezen. Als het sterfgeval in de paasweek valt (tussen Pasen en de dinsdag van de week na Pasen), wordt naast de "Gebedskanon na het scheiden van ziel en lichaam" ook de paaskanon gelezen. Na de kanon begint de gebedwake: onafgebroken wordt door gezinsleden of anderen het psalmenboek bij de overleden gelezen. De psalmen worden afgewisseld met gebeden voor de pas ontslapene (zo wordt de overledene de eerste 40 dagen genoemd). Tijdens de paasweek wordt ook de psalmenlezing zo mogelijk vervangen door het lezen van de paaskanon. Als een priester naar het huis is geroepen, celebreert hij de eerste gedachtenisdienst (trisagion, panichida of litia) Vanaf de eerste dag wordt in de kerk gebeden voor de pas ontslapene, met name tijdens de eucharistieviering. Indien er een kerk in de buurt is, waar elke dag de eucharistie wordt gevierd, wordt gevraagd om gedurende 40 dagen elke dag de pas ontslapene te gedenken. Terwijl de kist in huis is, komen verwanten en bekenden afscheid nemen. Velen knielen hierbij tot op de grond om vergeving te vragen én geven voor zonden en fouten; de overledene wordt zodoende "bevrijd" van wrok die anderen jegens hem/haar zouden koesteren.
Uitdragen van het lichaam
De kist wordt altijd met de voeten vooruit gedragen. Onder het dragen wordt het Trisagon gezongen.
Kerkelijke begrafenis
Centraal in de Orthodoxe uitvaartdienst staat het respect voor het menselijk lichaam. Het lichaam wordt tijdelijk aan de aarde toevertrouwd, in afwachting van de hereniging met de ziel in de opstanding. De overledene wordt "pas ontslapene" genoemd; ingeslapen in afwachting van het eeuwige leven. De traditionele dag voor de begrafenis is de derde dag, in de praktijk is dit niet altijd mogelijk. In de kerk wordt de kist opgesteld met het gezicht naar het westen, met andere woorden met de voeten naar het altaar en het hoofd naar de uitgang. De kist is normaal gesproken open tijdens de dienst. In tegenstelling tot leken is het gezicht van geestelijken tijdens de dienst bedekt. Tijdens de uitvaartdienst staan de aanwezigen met brandende kaarsen in de hand. Ook worden kandelaars bij de kist geplaatst.
Voorafgaand aan de eigenlijke uitvaartdienst kan een eucharistieviering (in de Orthodoxe traditie Liturgie genoemd) worden gehouden. In de praktijk doen alleen zeer vrome gezinnen dit.
De uitvaartdienst is een mettendienst, waarin gebeden wordt voor de overledene. De gewaden zijn wit, niet zwart). Aan het eind van de dienst vindt ter afscheid de "laatste kus" plaats. Onder het zingen van speciale gezangen gaan de aanwezigen één voor één naar de kist, maken een buiging of knielen en vragen vergeving aan de overledene. Hierna kussen ze de ikoon en het voorhoofd van de overledene. Als dit gebeurd is, wordt het lichaam volledig met de lijkwade bedekt. De priester legt hier kruisgewijs enige aarde (bijvoorbeeld uit de kaarsenstandaard van de overledenen) en de as van het wierookvat op en de kist wordt gesloten. De kist wordt hierna niet meer geopend (bij seculiere begrafenissen gebeurt dit soms wel, voor een laatste afscheid op het kerkhof; hierom wordt soms gevraagd). Aan het eind van de viering in de kerk leest de priester een absolutiegebed, dat vervolgens symbolisch in de rechterhand van de overledene wordt geplaatst. Bij het verlaten van de kerk zingen de aanwezigen wederom het Trisagion.
Als er geen begrafenis kan plaatsvinden (lichaam verloren gegaan, vermist), kan in absentio een begrafenisdienst worden gedaan. Na zo'n dienst neemt men enige aarde van de kaarsenstandaard voor de overledenen in de kerk, die bij het graf kruisvormig wordt uitgegooid. Dit wordt ook gedaan als men na een burgerlijke begrafenis toch een kerkelijke uitvaartdienst wil. In de moderne praktijk gebeurt dit ook bij crematies (hoewel deze niet in de geest van de traditie van de Kerk zijn, laten de meeste tradities ze toe); de aarde uit de kerk wordt bij de urn uitgestrooid. Verstooien van de as is niet gepast. Een Orthodoxe begrafenisdienst is alleen mogelijk voor personen die tijdens hun leven lid waren van de Orthodoxe Kerk. Bij bijzondere gevallen zoals suïcide is toestemming van de bisschop vereist. Voor kinderen bestaat een aparte orde van dienst.
Begrafenis
Op weg naar het graf wordt de kist voorafgegaan door een priester/diaken met wierook. Onder het lopen wordt het Trisagon gezongen. De overledene wordt begraven met de voeten naar het oosten en het hoofd naar het westen. Bij het neerlaten van de kist wordt het Trisagion gezongen en een korte laatste dienst gehouden. Ook hierbij staan de aanwezigen vaak met een kaars in de hand. Alle aanwezigen lopen daarna langs de grafopening en werpen aarde in het graf. Ook het kooltje van het wierookvat wordt in het graf geworpen. Het grafmonument (een kruis) wordt opgesteld aan het voeteneinde, met de inscriptie aan de westkant. Op eerste paasdag en eerste kerstdag vinden geen begrafenissen plaats.
Graftekens
Graftekens hebben meestal de vorm van een kruis. Ze kunnen van hout zijn of van steen. Op beheerde Orthodoxe begraafplaatsen worden vaak in of op de graven gebedslampjes geplaatst die elke dag door de beheerder worden aangestoken.
Gedachtenismaaltijd
Op de dag van de begrafenis, en tevens op de 3e, 9e en 40e dag na het overlijden vindt gewoonlijk (na de gedachtenisdienst) een maaltijd plaats. Het eerste gerecht is kolliva, geweld graan met honing dan wel gekookte rijst met rozijnen, een gerecht dat bij de gedachtenisdienst in de kerk wordt gezegend.
Checklist
Bij een Orthodox sterfgeval kunnen de volgende vragen nuttig zijn:
- Navragen tot welke Orthodoxe kerk (Griekse, Rusissche, Roemeense etc.) de overledene behoorde
- Navragen of de overledene lid/bezoeker was van een bepaalde kerk, bekend was met een bepaalde geestelijke
- Vragen of men prijs stelt op:
- Een gebedenboek met de verschillende gebeden
- Een brochure met de uitvaartgebruiken van de Orthodoxe Kerk
- Een ikoontje/kruis voor in de kist
- Een kerkelijke lijkwade
- Een "gebedskrans" (strook papier met een gebedsinscriptie voor op het voorhoofd van de overledene)
- Gedachtenisdienst op de sterfdag, de 3e, 9e en 40e dag
- Gedachtenis van de overledene in een Orthodoxe kerk tijdens de eucharistieviering
- Aanwezigheid van een priester bij het in de kist leggen
- Eucharistieviering voorafgaand aan de uitvaartdienst
- Uitvaartdienst met alleen priester of met priester en koor
- Uitvaartdienst uitsluitend in de taal van afkomst of deels in het Nederlands
- Aanwezigheid van priester (en koor) bij het graf
- Kaarsen voor in de kerk en bij het graf
- Een traditioneel Orthodox grafteken
- Contact opnemen met een van de Orthodoxe parochies (zie lijst op deze site)
- Checken of de betreffende kerk de bovengenoemde zaken (lijkwade etc.) beschikbaar heeft