Orthodoxie in Nederland

De geschiedenis van het Orthodoxe Christendom in Nederland begint niet, zoals vaak wordt gedacht, met de komst van migranten uit Oost-Europa in de 18e eeuw. Gedurende het eerste millennium waren de kerken van Oost en West één Kerk, die zowel Orthodox (recht in geloof) als Katholiek (universeel) was. De Orthodoxe Kerk beschouwt de kerstening van Nederland tot 1053 dan ook als deel van de eigen geschiedenis. Ook heiligen van voor het schisma tussen Oost en West worden geëerd als “eigen” heiligen. In veel Orthodoxe kerken in Nederland zijn iconen en relieken van vroeg-Christelijke heiligen te vinden, sommigen zijn aan hen gewijd. Regelmatig worden bedevaarten naar heilige plaatsen van het ongedeelde Christendom gehouden. Op de afbeelding hiernaast ziet u een icoon van de heiligen van de Lage Landen, waarvan afschriften bestaan in Asten en Amsterdam.

Een bijzondere band bestaat tussen het Byzantijnse Christendom en de St. Nicolaaskapel op het Valkhof in Nijmegen. Op deze plaats stierf in 991 Keizerin Theophano, een Byzantijnse prinses die getrouwd was met de Duits-Roomse keizer Otto II. Historici veronderstellen dat de achthoekige vorm van de kapel verwijst naar de Byzantijns-Orthodoxe traditie die de prinses uit Constantinopel had meegenomen. Vandaag de dag worden Orthodoxe diensten in de kapel gehouden door de Grieks-orthodoxe parochie “heilige Theophano”.

St. Nicolaaskapel op het Valkhof in Nijmegen

Gedurende de middeleeuwen bestonden er in Nederland nauwelijks contacten tussen Christenen uit Oost en West. Een nieuw hoofdstuk brak aan met de Tachtigjarige oorlog en het ontstaan van de Republiek der zeven verenigde Nederlanden. Handelsrelaties brachten veel Grieken uit het Ottomaanse rijk (het voormalige Byzantijnse rijk) naar Nederland. Zij waren vrij om handel te drijven tussen Turkije en Nederland en zich als handelaren in de Lage Landen te vestigen. In de zestiende eeuw kwamen de eerste Grieken naar Antwerpen, vanaf de zeventiende eeuw vinden wij talrijke Griekse handelaren in de Poortersboeken van Amsterdam.

Naast kooplieden reisden ook geestelijken naar Nederland, meestal voor studie. De Republiek zag hierin een mogelijkheid om bruggen te slaan naar de Orthodoxe wereld als bondgenoot tegen het Katholicisme. Tijdens zijn studie in Leiden ontving metropoliet Nathanaël Konopios van Smyrna, nauw medewerker van patriarch Kyrillos van Constantinopel, geld om de werken van Johannes Calvijn in het Grieks te vertalen en ze in de Levant onder Orthodoxe christenen te verspreiden. Ondanks de sympathie van de patriarch voor het Calvinisme kwam het niet tot een bondgenootschap. Ook andere invloedrijke bisschoppen studeerden in Nederland: in de loop van de eerste decennia van de zeventiende eeuw werden ten minste twaalf Griekse vluchtelingen, voor het merendeel geestelijken, in Nederland opgenomen en financieel ondersteund. In hoeverre zij de Griekse gemeenschap ook bedienden is niet bekend.

Ook met de Russische Orthodoxie bestonden contacten, zowel in Nederland als in Rusland. De chirurgijn van Peter de Grote was bijvoorbeeld een tot de Orthodoxie bekeerde Nederlander. In de loop van de zeventiende eeuw werd Nederland meerdere malen bezocht door gezantschappen, waar in 1614 en 1644 ook priesters deel van uitmaakten. Zeker is dat het Grote Gezantschap van Peter de Grote in 1697 werd begeleid door een priester, diaken en zangers, die gedurende het verblijf van het gezantschap Orthodoxe diensten verzorgden. Zo werd op augustus 1697 het feest van de Ontslaping van de Moeder Gods nabij Gouda gevierd met een dienst aan boord van Peters schip. Ook na het vertrek van Peter in 1698 bleven Orthodoxe geestelijken in Nederland achter voor de geestelijke verzorging van de Russische stagiaires die hier een vakopleiding volgden. Dit duurde enkele jaren, waarna de geestelijken terugkeerden. Ook tijdens het tweede bezoek van Peter in 1716-17 werd het gezelschap begeleid door geestelijken en zangers, die diensten verzorgden, o.a. rond het overlijden van Peters pasgeboren zoon in Wezel in januari 1717. Tijdens zijn verblijf gaf Peter opdracht voor het publiceren van een Bijbel met parallelle tekst in het Kerkslavisch en Nederlands. Bij haar huwelijk met Willem II in 1816 kreeg Anna Paulowna een exemplaar van deze Bijbel cadeau.

In het Tsaar Peterhuisje in Zaandam bevond zich ook “een kamertje daar hij zijn devotie in placht te doen”

Tijdens zijn verblijf in Amsterdam werd Peter in 1716 bezocht door Griekse en Russische gelovigen uit Londen die hulp vroegen bij het stichten van een kerkje. Het kerkje ontstond eind 1716. Na 1752 ontstond een vergelijkbare “Grieks-Russische parochie” in Amsterdam. Op initiatief van de Griekse gemeenschap werd een priester gevonden en na enkele jaren ook een pand aan de Oudezijds Voorburgwal 91 (zie afbeelding). De kerk, gewijd aan de heilige Catharina, bevond zich op zolder. In de kroniek van de Griekse gemeenschap lezen we: “Op zondagen vulde de zolder zich met een grote menigte. Niet alleen de bemanningen van Russische schepen, die altijd wel in de haven te vinden waren, stroomden toe, maar ook Nederlanders. Laatstgenoemden waren te verdelen in twee categoriën. Om te beginnen de nieuwsgierigen (…) Een bezoek aan de kerk van de Grieken stelde hen in de gelegenheid een rijke liturgie in een onbekende taal bij te wonen, gebaseerd op een oude christelijke leer, en om kerkelijke hymnen te horen, getoonzet op vreemde muziek in Byzantijnse stijl en met een oosters karakter. Aan de andere kant waren er Nederlandse geleerden, graecisten en theologen, voor wie de Orthodoxe liturgie en haar antieke taal een interessant studieobject vormden. Het was voor hen een taalkundige ervaring, aangezien de kerkzangers en de priester de teksten niet volgens de Erasmiaanse uitspraak zongen, en een bron van gegevens voor de bestudering van kwesties van symboliek en liturgie. Laatstgenoemden waren de Hollandse geleerden die bij geen viering ontbraken.”

Met het huwelijk van Anna Paulowna en Willem II in 1816 brak een nieuw hoofdstuk aan voor de Orthodoxie in Nederland. Anna Paulowna, zuster van tsaar Alexander I, bleef het Orthodoxe geloof trouw en had een kapel in elk paleis. Ook nam ze de Grieks-Russische kapel in Amsterdam onder haar hoede. Zo bestonden tijdens haar leven kapellen in Brussel, Den Haag, Soestdijk en Amsterdam. Deze werden bediend door geestelijken uit Rusland. Na de dood van Anna Paulowna in 1865 bleef alleen de hofkapel in Den Haag bestaan als “grafkapel” onder beheer van de Russische diplomatieke missie. Nog altijd bewaart de Russische Maria-Magdalenakerk in Den Haag voorwerpen en herinneringen aan deze Orthodoxe vorstin. Vanuit deze kapel heeft de orthodoxie zich in de 20e eeuw over Nederland verspreid.

Na 1917 vestigden zich Russische ballingen zich in Nederland en stichtten parochies in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Na de Tweede Wereldoorlog volgden Serviërs, later ook Grieken, Bulgaren en Roemenen. Ook Nederlanders voelden zich zich aangetrokken tot de Orthodoxie, zodat er na de oorlog Nederlandstalige parochies ontstonden. Voortrekkers op dit gebied waren de Russische priester Dionysios (Loukine) en twee Nederlandse monniken, Adriaan Korporaal en Jacob Akkersdijk, die in Den Haag een klooster stichtten waar de diensten geheel in het Nederlands werden gehouden. Akkersdijk zou later als eerste Nederlander tot aartsbisschop van Den Haag en Nederland worden gewijd. Het klooster gaf Nederlandstalige liturgische boeken uit, die tot op heden in Nederland en Vlaanderen worden gebruikt. Vandaag de dag is een groot aantal parochies en kloosters geheel of gedeeltelijk Nederlandstalig.

Situatie vandaag

Nederland kent op het ogenblik ruim 35 parochies en kloosters die tot 7 verschillende bisdommen behoren. Meer informatie over de parochies en kloosters per bisdom/patriarchaat bevindt zich onder het submenu Parochies en kloosters en Geestelijken. Het aantal leden en vaste bezoekers van deze kerken bedraagt enkele duizenden. Daarnaast is er een vele malen grotere groep van Orthodoxen die weliswaar gedoopt zijn maar niet verbonden aan een specifieke parochie. Hun aantal wordt geschat op ruim 175.000 (inclusief Oriëntaals-orthodoxen) en zij doen steeds meer een beroep op de geestelijke verzorging die verleend wordt in gevangenissen, krijgsmacht en gezondheidzorg.

Bronnen

  • Clerkx, E: Het kerkje van Peter de Grote in Amsterdam? verslag van een zoektocht, Amsterdam 2013
  • Dialektopoulos, T: Grieken in de Lage Landen (1600-2000) – hun geschiedenis en cultuur aan de hand van documenten (link hier)